Spiritueel vissen
Ik ben dan niet direct een positiviteitsgoeroe, maar vissen houdt volgens mij meer in dan alleen een hengeltje uitgooien en maar wachten. Zeker als de vorst net het land uit is en de viswedstrijden beginnen weer. De visserij is dan vaak droevig gesteld, toch is er altijd wel een visje te vangen. Dit vergt wel enige verandering in je normale tactiek, maar het is en blijft een wedstrijd en iedereen wil ‘zijn’ of ‘haar’ visje vangen.
Tijd om te veranderen.
Als eerste moet je natuurlijk alles goed voorbereid hebben, van aas, onderlijnen, molens, hengels tot aan je bindgaren. Check voor elke wedstrijd of dit allemaal in je koffer zit. Een wedstrijd ‘lekker vissen’ gaat niet altijd alleen om vis vangen, maar het gaat ook een groot deel over zelfvertrouwen. Heb dan ook altijd vertrouwen in jezelf en in je materiaal.
Stippel voor de wedstrijd alvast je tactiek uit, zit de vis ver, dichtbij, moet er met de dobber gevist worden. Allemaal belangrijke zaken om te weten, zit de vis namelijk dichtbij, neem dan bijvoorbeeld een feeder mee. Maar zorg er ook voor dat je genoeg onderlijntjes met kleine haakjes meeneemt en vergeet ook geen klein aas als zandzagertjes of slikjes.
Wandelbotten
Je kunt natuurlijk altijd gaan voor de welbekende wandelbot, maar er zijn nog wel een aantal mogelijkheden om vis te vangen als de visserij slecht is. De afgelopen wedstrijden waren gewoon slecht te noemen. De vis zat ver en dichtbij, maar eigenlijk wil je op beide afstanden je geluk beproeven, hier is dan ook een simpele oplossing voor. Als eerste kun je om en om gooien, dus een keer ver, een keer kortbij en dan weer ver. Zo vis je een groot gebied af en vergroot je je kans om vis te vangen.
Een andere mogelijkheid is om met twee haken ver te gooien en deze vervolgens straks draaien. Neem dan een wartel met een stukje lijn (30 cm) en daaronder weer een wartel met een lucht loodje. Op deze lijn monteer je een tonwarteltje met een dwarrellijn van zo’n 2 meter. Houd je hengel hoog en laat dit over je hoofdlijn zo’n 5-20 meter in het water glijden (zie onderstaande figuur), afhankelijk van waar je vis verwacht. Nu wed je dus op twee paarden tegelijk en maak je weer meer kans op vis.
Enkele en Duo’s
Als er zo weinig vis zit kun je altijd je grenzen verleggen, de meeste kiezen er niet vaak voor, maar doe je het wel dan vis je op een heel nieuw gebied. Als je met 3 haken vist, heb je bij het gooien veel weerstand, probeer dan ook eens te vissen met maar 1 of 2 haken. Je gooit verder, goed voor je zelfvertrouwen, maar ook voor de visserij. Op deze plek heb je zelf namelijk nog niet gevist en wie weet zwemt hier die verdwaalde vis wel rond. Je vangt dan wel geen drie vissen tegelijk, maar misschien is die ene vis wel genoeg voor de dagoverwinning en je o zo hardnodige punten. Je hoeft natuurlijk niet alles zelf te verzinnen, dus kijk altijd goed naar je buren als die wel vis vangen. Ga gewoon is even langs en check z’n aascollectie en z’n onderlijnen, wel onopvallend natuurlijk, want sommige zijn hier niet op gesteld.
Groot of klein?
Ik ben zelf van mening dat je nóóit met té grote haken moet vissen. Zeker platvissen haak je net zo makkelijk aan een haakje 10 als aan een zesje. Zorg er wel voor dat je aas niet geheel over de haak schuift door middel van bijvoorbeeld een klein stukje bindgaren op het puntje te zetten. Als je aas in een bolletje terug het water uitkomt, weet je dat het er voor de vis ook niet echt smakelijk uit zal zien. Dus zorg voor een goede verzorging van je aas, niet alleen thuis, maar ook aan de waterkant. Zeker en tijden van weinig vis durf ik gerust te vissen met haakjes 8-10. Het lijkt klein, maar zo heb je toch meer kans op de ondermaatse visjes dan dat je met grote haken vist. Zeker de haken van Gamakatsu breken niet zomaar, of buigen niet zomaar uit. Dus durf gerust eens wat kleinere haken te plaatsen. Als er volop wijting zit zou ik dit overigens niet aanraden.
Het lijkt allemaal wat spiritueel, maar als er weinig vis zit, probeer dan eens wat anders.
Thomas van Sluijs